Inflatie betekend ook wel een prijsstijging. Inflatie wil zeggen dat je met dezelfde 10 euro, minder kan kopen. Het is hierdoor een waardevermindering van je geld, terwijl het nog steeds 10 euro is.

Vrijwel elk jaar is er sprake van inflatie, dit is normaal. Normaal is een inflatie van 2% per jaar. 50 jaar geleden kocht je een ijsje voor 5 of 10 gulden cent. Nu koop je een ijsje bij dezelfde ijscowagen voor 2 euro.

Voorbeeld: Huizen prijzen 70 jaar geleden

70 jaar geleden kon in je Haarlem centrum een woning met tuin kopen voor 25.000 Gulden. Dat was toen echt veel geld. Maar door inflatie, is datzelfde huis nu 600.000 euro waard. En dat terwijl 2,20 gulden, na 1 januari 2002 ineens 1 euro was. Dus die 25.000 Gulden is nu ineens 1.320.000 Gulden waard. Voor dezelfde prijs, had je 70 jaar geleden 52,8 keer meer van deze woningen gekocht. Maar andersom kan je voor die 25.000 gulden door inflatie nu geen enkele woning meer kopen.

Inflatie en sparen

Als je geld minder waard wordt, betekent dit ook dat je spaargeld minder waard wordt. Het lijkt bijna zonde om te sparen. Ben je aan het sparen voor een TV van 500 euro, dan in dezelfde TV volgend jaar waarschijnlijk 2% duurder, namelijk: 510 euro. Je moet dan niet 500 euro sparen, maar 510 euro sparen. Is de inflatie 5%, dan betaal je zelfs 525 euro, voor dezelfde TV.

Gelukkig gaan de lonen meestal ook wat omhoog, maar als je loon minder snel stijgt dan de inflatie, kan je elk jaar minder kopen van je inkomen.

Waarom raakt inflatie vooral lage inkomens?

Als je een goed inkomen hebt en elke maand goed rond komt, betekent een hoge inflatie iets minder luxe, maar je kan nog steeds goed leven. Dan moet je een maand langer sparen voor je nieuwe TV.

Maar als je nu al de eindjes aan elkaar moet knopen en wel 3 keer nadenkt voordat je 1 euro uitgeeft, dan raakt inflatie je extra hard. Die ruimte, om 2% meer te moeten betalen, voor zelfde producten, als je inkomen niet meestijgt, is er niet. Vaak is er al geen ruimte om te sparen en is er juist een grotere kans om elke maand te kort te komen.

Daarnaast bezitten mensen met een laag inkomen minder vaak een koopwoning en van beleggen is waarschijnlijk geen sprake.

Mand Vectoren door Vecteezy

Hoe raakt inflatie de rijken?

Rijke mensen hebben spaargeld, beleggen vaker en bezitten vaak een (of meerdere) koopwoningen.

  • Spaargeld waardevermindering. De rente is minder t.o.v. inflatie.
  • Beleggen geeft kans op waardevermeerdering, maar heeft altijd risico’s.
  • Koopwoningen, geven een grote kans op waardevermeerdering.

Het is niet voor niets, dat ze zeggen dat rijken steeds rijker worden, en armen steeds armer. Als het bezit van producten (beleggen/huizen), steeds meer waard wordt ten opzichte van geld, zal dit zo blijven. De belastingdienst belast echter bezit van een tweede woning, spaargeld en beleggingen. Dus een deel van de waardevermeerdering gaat op aan vermogenbelasting.

Wat is deflatie?

Deflatie is het omgekeerde van inflatie. Producten worden steeds goedkoper. Dezelfde TV van 500 euro, is volgend jaar 490 euro in de winkel, zonder korting. Dit betekent dat hoe langer je wacht, des te minder geld je hoeft te betalen. Hierdoor gaat iedereen pas kopen, op het moment dat je spullen nodig hebt. Hierdoor blijven verkopers zitten met producten, die ze vervolgens nog goedkoper gaan aanbieden.

Deflatie komt gelukkig niet zo vaak voor. Zodra woningen minder waard worden, kan dit leiden tot een crisis, als je precies op dit moment je woning wil verkopen, kan het zijn dat je hypotheek hoger is, dan de woning waarde. Je blijft dan achter met een restschuld.

Wanneer is er sprake van deflatie of inflatie?

Het kan natuurlijk voorkomen, dat alleen bepaalde producten in waarde stijgen of dalen. Als er een kippenziekte is en kip daardoor zeldzamer is, gaat de prijs omhoog. Dit betekent niet direct dat er sprake is van inflatie. Het Centraal Bureau voor Statistiek houd de cijfers nauwkeurig in Nederland bij met behulp van de consumenten prijs index (CPI). De Europese Centrale Bank, doet dit op Europees niveau.

De consumenten prijs index bekijkt de prijzen over alle sectoren. Sommige product prijzen, zijn van invloed op alle sectoren. Als brandstof duurder wordt, word het transport van producten ook duurder. Deze prijsstijging wordt vervolgens doorberekend in alle producten.

Photo by Nicholas Cappello on Unsplash